Per 21 april 2018 is de wetgeving voor PBM veranderd
Als fabrikant en/of leverancier van Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM), zoals valgordels en veiligheidslijnen, dien je in Europa te werken volgens de Europese PBM-richtlijn 89/686/EEG. Deze richtlijn beschrijft de vereisten waaraan PBM-producten moeten voldoen voordat deze op de Europese markt gebracht mogen worden. De huidige PBM-richtlijn werd geïntroduceerd in 1989 en is sinds die tijd weinig gewijzigd.
Om met de huidige tijd en markt mee te gaan en om aan alle huidige processen te kunnen voldoen wordt op 21 april 2018 de PBM-richtlijn 89/686/EEG vervangen door een PBM-verordening, de PBM-verordening (EU) 2016/425 om precies te zijn.
Deze nieuwe Europese wetgeving is geen richtlijn, maar een verordening. Dit betekent dat de tekst direct van kracht is in alle Europese lidstaten. De inhoud van het (huidige) Nederlandse Warenwetbesluit PDM zal dan ook komen te vervallen.
Proces
Het invoeren van een nieuwe wet en/of regelgeving gaat niet over één nacht ijs. Zo ook de invoer van deze nieuwe PBM-verordening niet. Dit is een lang proces, een proces van ca. 7 jaar in dit geval. Om een goed beeld te schetsen van dit specifieke proces zetten wij deze in een tijdlijn voor u.
Betrokken partijen, zoals fabrikanten en leveranciers, maken voor het eerst kennis met de nieuwe Europese PBM-verordening (EU) 2016/425). Dit doormiddel van een publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie. Vanaf deze datum hebben zij twee jaar de tijd om zich voor te bereiden op de invoer van de nieuwe PBM-verordening.
De nieuwe PBM-verordening (EU) 2016/425 gaat in. Het is voor fabrikanten niet langer toegestaan om PBM te produceren conform de oude PBM-richtlijn. Reeds geproduceerde producten mogen tot 21 april 2019 nog wel geïntroduceerd worden.
Vanaf deze datum dienen ook de reeds bestaande PBM-producten te voldoen aan de PBM-verordening (EU) 2016/425. PBM welke gecertificeerd zijn conform de PBM-richtlijn mogen tot 21 april 2023, of totdat het certificaat van het betreffende product komt te vervallen, gewoon worden verkocht.
Uiterlijk 21 april 2023 moet de volledige overgang naar de nieuwe PBM-verordening voltooid zijn. Vanaf deze datum mogen er, door leveranciers zoals AllRisk, definitief geen PBM-producten meer verkocht worden die niet voldoen aan de PBM-verordening (EU) 2016/425.
Wat gaat er precies veranderen?
De overgang van richtlijn naar verordening brengt veel wijzigingen met zich mee. Eén van de belangrijkste wijzigingen die doorgevoerd gaat worden is de geldigheidsduur van CE-certificaten.
Het CE-certificaat geeft aan dat een PBM voldoet aan de wettelijke Europese eisen. Op dit moment, met de huidige PBM-richtlijn, zit er geen geldigheidsduur op deze certificaten. Dit betekent dat wanneer een product getest, gecertificeerd en op de markt gebracht is, het PBM-product enkel een jaarlijkse (her)keuring moet ondergaan volgens Article 11A van de PBM-richtlijn, maar dat het certificaat in beginsel onbeperkt geldig is.
Dit gaat veranderen: in de nieuwe PBM-verordening is opgenomen dat een productcertificaat maximaal 5 jaar geldig is. Dit houdt in dat het product iedere 5 jaar door een ‘notified body’ (NoBo) opnieuw gecertificeerd dient te worden aan de op dat moment meest actuele norm/standaard.
Naast de wijzigingen die op productniveau plaatsvinden, zijn er ook diverse verplichtingen in de nieuwe verordening opgenomen die op ons als leverancier/distributeur van kracht zullen zijn. Voor ons zijn dit geen onbekende verplichtingen. Bij AllRisk zien wij deze “nieuwe” voorschriften al jaren als een vanzelfsprekendheid.
Onder deze nieuwe voorschriften vallen onder andere:
- De traceerbaarheid van producten; leveranciers dienen maatregelen te treffen die het mogelijk maken om producten terug te roepen of uit de handel te nemen wanneer blijkt dat deze PBM niet conform de nieuwe PBM-verordening op de markt zijn gebracht.
- Verstrekken van instructies; PBM op die op de markt zijn en voorzien zijn van CE-markering dienen voorzien te zijn van de vereiste instructies. De betreffende instructies (en markeringen) dienen duidelijk, begrijpelijk en leesbaar te zijn. Documentatie bij een betreffend PBM dient minimaal 10 jaar bewaard te blijven.
- Opslag en vervoer; distributeurs dienen gedurende de periode dat zij voor de PBM verantwoordelijk zijn te waarborgen dat de essentiële veiligheidseisen bij opslag en/of vervoer worden nageleefd.
EN795:2012 en CEN/TS 16415:2013
Voor producten welke onder de EN795:2012 en/of CEN/TS 16415:2013 norm zijn gecertifieerd zal er niets wijzigingen. Deze normen vallen niet onder de nieuwe PBM-verordening. Het gaat hier om producten welke vallen onder de noemer van Type A, C en D ankers, zoals losse ankerpunten en leeflijn– en railsystemen.
Ons PBM-assortiment
Bekijk ons gehele assortiment Persoonlijke Beschermingsmiddelen voor valbeveiliging en ontdek wat er allemaal mogelijk is op het gebied van veilig werken op hoogte.