Hoe wordt een leeflijnsysteem gecalculeerd?
In de Verenigde Staten, Canada en Europa is het gebruik van valbeveiliging bij werkzaamheden vanaf een bepaalde hoogte verplicht. Of nu gebruik gemaakt wordt van hekwerken, een permanent ankerpunt of leeflijnsysteem langs het werkgebied, gebruikers moeten worden beschermd tegen vallen wanneer zij op hoogte werken. De hoogte waarop het gebruik van valbeveiliging vereist is, verschilt per land, per regio en soms zelfs per bedrijfstak. In dit artikel krijgt u meer informatie over leeflijnsystemen.
Wat is een leeflijnsysteem?
De daadwerkelijke definitie verschilt per regio/norm, maar in het algemeen bestaat een leeflijnsysteem uit een flexibele ankerlijn (kabel, staalkabel, kunststofvezeltouw of band), die is bevestigd aan twee of meer ankerpunten. Dit type valbeveiligingsysteem kan bovenop constructies worden gemonteerd, bijvoorbeeld op daken, maar ook aan een wand of plafond. Gebruikers koppelen zichzelf vast aan het systeem met behulp van een harnas en een vanglijn.
Bepalen of een leeflijnsysteem voldoet aan de normen
Het installeren van een veilig leeflijnsysteem is geen kwestie van het simpelweg monteren van een paar ankerpunten op een dak en ze vervolgens te verbinden met een kabel. Elke valbeveiligingsnorm omvat bepaalde vereisten waaraan een dergelijk systeem dient te voldoen. Aan welke vereisten moet worden voldaan, is onder andere afhankelijk van het doel van het systeem. Wordt het gebruikt voor werkpositionering/gebiedsbegrenzing of als valstopsysteem? Daarnaast zijn er nog diverse andere variabelen die van invloed zijn op het gedrag van het systeem en die derhalve bepalen of er is voldaan aan de vereisten. We zullen er hieronder enkele bespreken.
De drie hoofdcriteria
- Bij het ontwerpen van een valbeveiligingsysteem moet rekening worden gehouden met drie basiscriteria:
De onderdelen en materialen moeten sterk genoeg zijn. Deze moeten de maximale belasting bij een stop (Maximum Arrest Load, MAL) en de maximale stopkracht (Maximum Arrest Force, MAF) kunnen weerstaan waaraan ze worden blootgesteld bij een val. - De maximale belasting bij een valstop, die verwijst naar de krachten die zijn toegestaan op het lichaam van de gebruiker, moet binnen de aanvaardbare limiet liggen, zodat de mogelijkheid op letsel wordt geminimaliseerd.
- Valvrijheid: de afstand tussen het werkniveau en het onderliggende niveau (of de grond). Als deze afstand gelijk is aan of kleiner dan de vereiste valvrijheid die nodig is voor een valstopsysteem, voldoet alleen een systeem voor werkpositionering/gebiedsbegrenzing.
De volgende stap
Hierboven zijn de drie belangrijkste basiscriteria omschreven voor het ontwerpen van een leeflijnsysteem. Daarnaast zijn er nog meer variabelen, wiskundige en natuurkundige elementen die een rol spelen bij de prestaties van een leeflijnsysteem. Bij het maken van berekeningen voor een leeflijnsysteem moet de monteur of leverancier van het leeflijnsysteem rekening houden met de volgende variabelen:
- De ondergrond waarop het leeflijnsysteem wordt bevestigd.
- De afstand tussen de ankerpunten.
- De hoogte van de ankerpunten.
- De spanning op de ankerlijn.
- Het type ankerlijn: staalkabel, kunststofvezeltouw of band.
- De afstand tot de dakrand.
- Het aantal gebruikers dat tegelijkertijd het systeem gebruikt.
- De lengte van het leeflijnsysteem.
- De gebruikte valdemper.
De prestaties van een leeflijnsysteem berekenen.
Alle bovengenoemde variabelen zijn niet alleen van invloed op de prestaties van het leeflijnsysteem, maar ook op elkaar. De hoogte van een ankerpunt is bijvoorbeeld van invloed op de krachten die worden uitgeoefend op de begin- en eind(anker)punten bij een val. Dit geldt eveneens voor de gebruikte valdemper.
U kunt zich dan ook voorstellen dat het maken van berekeningen voor een dergelijk systeem een zeer complexe bezigheid is. En aangezien er veel verschillende gebouwen en constructies zijn, moet voor elk systeem een afzonderlijke berekening worden gemaakt. U begrijpt dat door het handmatig uitvoeren van deze berekeningen het risico op rekenfouten toeneemt. Wij raden daarom ten zeerste aan een calculatieprogramma voor het berekenen van leeflijnsystemen te gebruiken.
Calculatietool voor leeflijnsystemen
Een calculatietool voor leeflijnsystemen als ODIN kan dergelijke rekenfouten helpen voorkomen. In dit programma kan de gebruiker een aantal variabelen invoeren die kunnen variëren per project, zoals onder andere:
- De norm waaraan het systeem moet voldoen:
- EN795:2012 en CEN/TS16415 (Europa)
- ANSI Z359.6:2009 (Verenigde Staten)
- CSA Z259.16-04:2009 (Canada)
- Het doel van het systeem: valstopsysteem of werkpositionering.
- De montagelocatie van het systeem: dak, wand/muur of plafond.
- Het montageoppervlak: bijvoorbeeld metaal, beton of hout.
- Het aantal gebruikers: 1 tot 6 (indien van toepassing).
Zodra alle variabelen zijn ingevoerd, maakt ODIN gebruik van een grote database met testresultaten en genormaliseerde wiskundige berekeningen om te berekenen of het gewenste systeem voldoet aan de opgegeven norm en veilig te gebruiken is. De resultaten worden beschreven in een uitgebreid rapport waarin aan de gebruiker wordt vermeld of het systeem al dan niet voldoet aan de vier volgende variabelen:
- valstopkracht (MAF).
- belasting op hulpmiddel (MIL).
- belasting bij valstop (MAL).
- uitgeoefende kracht op vanglijn.
Door een dergelijk programma te gebruiken, minimaliseert u niet alleen het risico op rekenfouten, maar reduceert u ook de tijd die nodig is om de prestaties van een leeflijnsysteem te berekenen. Als bijkomend voordeel beschikt de eindgebruiker over een volledig veiligheidsdocument dat kan worden gebruikt bij verzekerings- of aansprakelijkheidskwesties.
Meer over ODIN?
Bekijk ook eens onze productpagina met meer aanvullende informatie over de voordelen van het uitvoeren van leeflijncalculaties met ODIN.